'Vermeerderaars moeten graag kippen van ons willen'

Ede en Ietje Mulder hebben op twee locaties in zes stallen plaats voor 77.000 opfok vleeskuikenouderdieren. Drie stallen in Drachtstercompagnie (Fr.)en drie in Aldeboarn (Fr.) De locatie in Aldeboarn werd in 2008 bijgekocht. Daar is ruimte in drie stallen voor 32.000 dieren. Uilke de Vries is de bedrijfsleider van deze locatie.“Als opfokker moet je kwaliteit leveren. Vermeerderaars moeten graag kippen van ons willen. Dat is ons streven”, zegt Ede.

Water
Voldoende voer en water is tijdens de opfok van groot belang. Ede en Uilke streven naar een uniform koppel:"We kijken niet naar voer, maar naar gewicht. Daar selecteren we streng op, dieren die achterblijven zetten we apart." Om de dieren aan zowel drinknippels als ronddrinkers te laten wennen, heeft Ede beide systemen in alle stallen opgenomen. De jonge vleeskuikenouderdieren krijgen leidingwater. Om over voldoende capaciteit te beschikken, zijn voorraadvaten noodzakelijk.

Springen
In alle stallen staan diverse springplateaus. Zo leren de dieren tijdens de opfokperiode dat ze moeten springen om bij het water te komen. “In de stallen waar ze later terechtkomen, moeten ze de beun op om bij de legnesten te komen.” Voer en water worden vanuit het midden van de stal verstrekt, om alle dieren snel te kunnen bedienen. Alle voer- en waterlijnen zijn oplierbaar.

De hanen en hennen worden tijdens de opfokperiode gescheiden gehouden. “We werken met tien hennetjes per vierkante meter en we houden maximaal vijf hanen per vierkante meter.”

Klimaat
Het klimaat in de stal moet goed zijn. De mixluchtventilatoren zorgen ervoor dat het strooisel wordt gedroogd en ammoniak wordt gereduceerd. “Wat klimaat betreft ben je als pluimveehouder zelf misschien nog wel de beste graadmeter. Als jij het klimaat in de stal goed vindt, dan hebben jouw dieren het ook goed.”